KNAG reactie onderwijs 2032

Koninklijk Nederlands
Aardrijkskundig Genootschap

In januari 2016 werd het eindadvies Ons onderwijs2032 gepresenteerd.
Dit advies leidde tot veel discussie . Een belangrijk discussiepunt betreft het al dan niet verdwijnen van schoolvakken.
Het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap (KNAG) heeft daar een duidelijke mening over.
Schoolvakken moeten blijven bestaan, want ze bieden de noodzakelijke kennisbasis om vakoverstijgend en onderzoeksgericht te leren.
Vakken zijn niet ouderwets, maar gaan met hun tijd mee en bereiden leerlingen voor op de toekomst.
Aardrijkskunde laat dat duidelijk zien. Het gaat over klimaatverandering, migratie, grenzen, energie, voedsel en veiligheid: zaken waar de kranten overal in de wereld vol van staan en die hoog op de agenda in Den Haag staan.

Ons onderwijs2032 bevat een aantal goede ideeën zoals onderzoekend en toekomstgericht leren. Er zijn echter ook een aantal omissies. Het KNAG stelt daarom voor het advies op vier punten bij te stellen:

1. Wereldburgerschap
Het onderdeel burgerschap heeft in het advies alleen betrekking op de Nederlandse maatschappij. Dat is niet wenselijk . Mensen zijn steeds meer wereldburger en niet alleen maar burger van Nederland. “Think global act local” past bij toekomstgericht onderwijs.
Burgerschap moet dus wereldburgerschap worden. En jongeren moeten niet alleen aardige en waardige burgers worden, maar ook kritische burgers. Dat kan door in het onderwijs ruimte te maken om jongeren na te laten denken over de inrichting van de eigen leefomgeving, duurzaamheid, andere culturen, identiteit en geopolitiek, om maar eens een paar onderwerpen van het vak aardrijkskunde te noemen. Alleen dan zijn zij goed in staat om ontwikkelingen in de wereld goed te begrijpen. Deze ontwikkelingen zijn voor een groot deel ook bepalend voor wat er in Nederland gebeurt .

2. Een brug tussen domeinen
Het advies maakt een indeling in een alfa-,bèta- en een gammadomein. Binnen die domeinen moet meer vakoverstijgend worden gedacht. Op het eerste gezicht lijkt die indeling logisch, maar wie goed kijkt, ziet dat het een oude indeling is met de nodige bezwaren.
De grote vraagstukken van nu en de toekomst spelen zich niet alleen af binnen de domeinen, maar juist ook tussen de domeinen.
Vraagstukken zoals water, voedsel, energie, bouwen en klimaatadaptatie spelen zich af op het grensvlak van bèta en gamma . Er is dus een vak nodig dat de brug slaat tussen bèta en gamma . Dat vak heet aardrijkskunde . Het gaat over de relatie mens-natuur en bevat naast 50% sociale geografie ook 50% fysische geografie .

Ons onderwijs2032 schenkt aandacht aan het KNAG-initiatief Geo Future School dat vakoverstijgend en toekomstgericht onderwijs biedt in samenwerking met kennisinstellingen en bedrijven. Dat is mooi. Dit initiatief heeft echter niet alleen betrekking op het leerdomein Mens&Maatschappij, maar juist ook op het verbinden van Mens&Maatschappij met Natuur&Techniek. Als de indeling van de vakken in alfa, bèta en gamma blijft bestaan, zijn vakken als aardrijkskunde nodig om bruggen te slaan tussen domeinen.

3. Rekenen en taal integreren
Rekenen en taal kunnen meer worden geïntegreerd in de andere vakken. Dat zal het onderwijs – zeker het basisonderwijs, maar ook de onderbouw van het voortgezet onderwijs – betekenisvoller en minder saai maken voor leerlingen. Bij vakken als aardrijkskunde, geschiedenis en biologie liggen volop mogelijkheden. Leerkrachten vragen hier al lang naar.

4. Vakkennis en vakvaardigheden doen ertoe
In het advies Ons onderwijs2032 warden vakvaardigheden en vakkennis grotendeels genegeerd. In de discussie rand het advies is aardrijkskunde net als geschiedenis weggezet als een vak dat gaat over feiten. Feiten die je wel zou kunnen opzoeken. Maar aardrijkskunde is al lang niet meer het vak dat professor Schnabel zich uit zijn schooltijd herinnert. Aardrijkskunde anno 2016 is nadenken waarom mensen op verschillende plaatsen op een verschillende manier samenleven, waarom aardbevingen per regio verschillen, hoe we aan genoeg drinkwater kunnen komen en hoe we ons op overstromingsrisico’s kunnen voorbereiden. Kortom, bij aardrijkskunde bouwen leerlingen een wereldbeeld op waar ze nu en in de nabije toekomst wat mee kunnen. Dat bouwen aan het wereldbeeld gaat op moderne wijze, want aardrijkskunde heeft ook eigen vaardigheden en hulpmiddelen. Dit geldt vooral op het gebied van kaartgebruik en veldwerk: een moderne aardrijkskundeleraar laat leerlingen leren via digitale kaarten, story maps en vakspecifieke onderzoekstechnieken.

Het KNAG is blij met de toekomstgerichte koers van het advies Ons onderwijs2032. Aardrijkskunde is een vak dat vooruitkijkt en leerlingen kennis wil bijbrengen over de veranderende wereld om ons heen, dichtbij en ver weg.
Bovendien leert aardrijkskunde leerlingen denken in scenario’s van mogelijke toekomsten. In het huidige advies komt dit alles niet uit de verf. Zonder bovengenoemde aanpassingen, komen leerlingen vakkennis – en vaardigheden tekort voor hun eigen toekomst.