De vakverenigingen en het vervolg op Onderwijs2032

imageDe laatste tijd is er veel binnen het Platform VVVO veel gesproken over de voortgang van Onderwijs 2032. Zowel vanuit het bestuur van het Platform VVVO als vanuit de vakverenigingen zelf is er contact geweest met leden van de Coördinatiegroep (de groep die de uitwerking van het vervolg van Onderwijs 2032 aan het verkennen is).
Op 8 mei is er met de bij de FvOV aangesloten vakverenigingen en de vakverenigingen in het Platform VVVO een gezamenlijke bijeenkomst geweest, waarin de vakverenigingen konden aangeven hoe ze tegen curriculumontwikkeling aankijken en welke rol ze daarin voor hun vakvereniging zien.
De Coördinatiegroep gaf tijdens deze bijeenkomst een toelichting op hoe ze de door de Tweede Kamer gewenste ontwikkelingen (via aangenomen moties) moeten interpreteren en op welke manier het proces een vervolg kan krijgen.
De Tweede Kamer heeft o.a. uitgesproken dat voor de vakken/thema´s Nederlands, rekenen en wiskunde, Engels, burgerschap, digitale geletterdheid en techniek Ontwikkelteams aan de slag moeten voor de uitwerking. Voor de overige vakken ligt het initiatief bij o.a. de vakverenigingen.
De vakverenigingen hebben door aangenomen moties van de Tweede Kamer een sterkere positie in de uitwerking van Onderwijs 2032 gekregen.

Curriculumaanpassing gewenst
Bijna al onze vakverenigingen geven aan dat ze een curriculumaanpassing wenselijk vinden.
Over op welke termijn dat moet, lopen de wensen van de vakverenigingen uiteen.
Een aantal vakken is al bezig met een curriculumaanpassing, een aantal vakken wil op korte termijn een aanpassing en een aantal vakken pas op de lange termijn.
Ook over welk onderdeel aanpassing behoefd is verschil binnen de vakverenigingen: het kan gaan om de kerndoelen primair onderwijs, de kerndoelen onderbouw voortgezet onderwijs of de eindtermen in de bovenbouw voortgezet onderwijs, of een combinatie hiervan.
Het doel van de vakverenigingen is om uiteindelijk te komen tot een goede doorlopende leerlijn van primair onderwijs tot het einde van het voortgezet onderwijs.

Vakken blijven zelfstandig
De vakverenigingen willen de identiteit van hun vak behouden, maar zien zeker ruimte voor inhoudelijke verbinding met andere vakken om zo de samenhang bij bepaalde thema´s voor leerlingen te benadrukken.
Tijdens de discussie op 8 mei werd door de Coördinatiegroep nog eens bevestigd dat de huidige schoolvakken blijven bestaan. Wel kiest de Coördinatiegroep ervoor om voorlopig in de uitwerking vakken te koppelen aan de titels van bestaande onderdelen (bijv. Mens en Maatschappij of Kunst en Cultuur) in de kerndoelen van de onderbouw van het voortgezet onderwijs. De Coördinatiegroep wijst er in dit verband op dat men even uitgaat van het bestaande, maar ook dat de uiteindelijke uitwerking van Onderwijs 2032 ook werkbaar moet zijn voor scholen die nu al hun onderwijs sterk vakoverstijgend hebben ingericht, naast de scholen die met losse vakken werken.

Vervolg
Op dit moment denken de vakverenigingen na hoe ze verder willen. In de praktijk zal dit betekenen dat sommige vakverenigingen minder/niet op korte termijn direct bij het proces betrokken blijven.
Daarnaast denken de vakverenigingen na over de vorm waarin de uitwerking van vernieuwingen van het curriculum tot stand komt, bijvoorbeeld via een ontwikkelteam zoals dat ook voor de eerder genoemde vakken/thema´s aan het werk gaat.

Uitgangspunten voor een succesvol vervolg
Op basis van een bespreking op 28 september 2016 en de recente discussies in het Platform VVVO zien de vakverenigingen de volgende uitgangspunten als basis voor een succesvol vervolg van de curriculumontwikkeling:

  1. Maak gebruik van de bij de vakverenigingen aanwezige kennis en kunde. Deze hebben zich bij curriculumontwikkeling in het recente verleden bewezen.
    Daarnaast is curriculumontwikkeling een complex proces.
  2. Vakverenigingen dienen vanwege het bovenstaande een sterke positie in (de selectie van) de ontwikkelteams te krijgen, als daarmee gewerkt gaat worden.
  3. De vakverenigingen en hun vertegenwoordigers moeten een degelijke facilitering krijgen om constructief te kunnen deelnemen aan het vervolg. Veel leden van vakverenigingen zijn immers docenten die normaliter voor de klas staan.
  4. Vooral de kerndoelen in het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs moeten concreter om een goede doorlopende leerlijn op te zetten.