Imperatief verlof bestuurders vakverenigingen

Datum: 20 januari 2001
Betreft: imperatief verlof bestuurders vakverenigingen

Geachte Minister,
Graag breng ik u hierbij namens het Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs, het volgende onder de aandacht.
Het Platform VVVO vertegenwoordigt de vakinhoudelijke verenigingen van docenten in het voortgezet onderwijs. Op de bestuursleden van deze vakverenigingen blijkt in toenemende mate een beroep te moeten worden gedaan. De diverse activiteiten voor de verenigingsleden vergen de nodige aandacht en zorg; ook is het noodzakelijk om in diverse gremia de specifieke ervaringen en wensen vanuit de desbetreffende vakdocenten goed te communiceren. Hierbij achten we het van groot belang dat de vertegenwoordiging van de vakdocenten plaatsvindt door hen die ook zelf in het onderwijs werkzaam zijn.
Zoekend naar de mogelijkheden om het voor docenten mogelijk te maken aan bepaalde vergaderingen deel te nemen die in werktijd vallen, stuitten wij op de verlofmogelijkheden die in de CAO-vo zijn vastgelegd voor bestuursleden, kaderleden of afgevaardigden van centrales van verenigingen van overheids- en onderwijspersoneel of een bij zo’n centrale aangesloten vereniging. Indien het mogelijk zou zijn om deze regeling uit te breiden naar bestuursleden van vakinhoudelijke verenigingen, dan biedt dit in ieder geval soelaas voor die keren dat er binnen schooltijd moet worden opgetreden.
Dit geeft dan de vakverenigingen meer gelegenheid om in te spelen op de ontwikkelingen die voortspruiten uit het vernieuwingsbeleid van de overheid, zoals de nieuwe opzet van het vmbo, de herinrichting van de basisvorming en de verdere uitbouw van het studiehuis. Dit geldt temeer nu –in het kader van verdere autonomie en deregulering- van docenten binnen de scholen, verwacht mag worden dat zij initiatieven ontplooien om aan hun vakken impulsen te geven en over de vakgrenzen heen tot nieuwe vormen van samenwerking te komen.
Hiervoor is dan wel een zekere financiële compensatie voor de betrokken scholen noodzakelijk. Analoog aan de bestaande verlofmogelijkheden stellen we voor om ten behoeve van de financiering van het verlof voor bestuursleden van vakverenigingen een fonds te vormen waarop scholen aanspraak kunnen maken. Voor de omvang van dit fonds kan gedacht worden aan ƒ 900.000,- per jaar. Dit bedrag is gebaseerd op het vrij stellen van twee uur per week voor vier leden van het dagelijks bestuur van de betrokken verenigingen (28 in getal), alsmede vijftien uur imperatief verlof per jaar voor zes leden van het algemeen bestuur van de vakverenigingen.
De onderwijsvakorganisaties staan positief tegenover een dergelijke opzet van ‘imperatief verlof’ voor vakinhoudelijke verenigingen, mits dit niet ten koste gaat van vakbondsfaciliteiten. Dit thema is ook besproken met de voorzitter van de CAO-besprekingen, de heer C.M. Geuze.
Graag lichten we onze vraag nader toe, indien u hier prijs op stelt.
cc drs. C.M. Geuze, VSWO
Aob, Onderwijsbond CNV en Onderwijsbonden CMHF