Reactie PVVVO naar Tweede Kamer over Tweede Correctie

Aan: de Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Betreft: tweede correctie examens
Amsterdam, 17 juni 2013

Geachte leden van de commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Bijna vijf jaar geleden, op 23 oktober 2008, heeft het Platform van Vakinhoudelijke
Verenigingen in het Voorgezet Onderwijs zich in een brief tot het ministerie van OCW, de
VO-raad en de onderwijsbonden gewend, om aandacht te vragen voor het gebrek aan tijd
voor de tweede correctie van de examens.

Het Platform respecteert het besluit dat de tweede correctie integraal moet worden gedaan,
maar heeft ook begrip voor de steekproefsgewijze aanpak van deze tweede correctie door
veel docenten. Niet in de eerste plaats omdat de financiële vergoeding beperkt is, maar
vooral omdat de tijdsfactor een belangrijke rol speelt. De tijdsspanne waarin het examenwerk
van de eigen school nagekeken en de tweede correctie verricht moet worden, was en is te
kort om al dit nakijkwerk goed te kunnen doen. Dat geldt met name voor de vakken waarbij in
het centrale examen veel open vragen gesteld worden.

Om de situatie met concrete gegevens uit de praktijk te kunnen staven, heeft het Platform
toen bij de aangesloten vakverenigingen gepeild wat de gemiddelde eerste correctietijd was
per vak per leerling per onderwijstype (vmbo-tl, havo en vwo). Daarbij is er van uitgegaan dat
ongeveer dezelfde tijd nodig zou zijn voor een integrale tweede correctie. Uit de peiling bleek
dat docenten gemiddeld 45 tot 60 minuten correctietijd per leerling nodig hebben. Een
integrale tweede correctie zorgt voor een verdubbeling van die correctietijd. Het Platform
schreef toen: “Als de overheid aan een integrale tweede correctie wil vasthouden, zal de tijd
moeten worden verruimd waarin het werk gecorrigeerd moet worden en zal de tijd die de
docenten erin steken, zichtbaar en geoormerkt in de taakbelasting van de betrokken
docenten opgenomen moeten worden”. Het leek ons een signaal dat tot een snelle reactie
van het kabinet en de VO-raad zou moeten leiden.

Er werd echter gekozen voor een onderzoek dat uiteindelijk liefst vijf jaar heeft geduurd, en
in die vijf jaar is er niets gedaan aan de werkdruk en taakbelasting van betrokken docenten.
De resultaten van het onderzoek wijken niet veel af van wat toen uit de peiling van het
Platform bleek: veel vakdocenten worden door de hoge werkdruk in de examenperiode
gedwongen de tweede correctie steekproefsgewijs te doen.

Het Platform is blij dat de staatssecretaris van Onderwijs de scholen vraagt docenten te
faciliteren voor de tweede correctie. Wij denken graag mee bij de pilots die de VO-raad op
verzoek van de staatssecretaris gaat opzetten. Het lijkt ons echter een goede zaak om over
de hele opzet van het centraal examen nog eens goed na te denken. Het uitbesteden van de
gehele correctie aan goede, gekwalificeerde externe beoordelaars zou daarbij als een van
de mogelijkheden overwogen moeten worden om de problemen van werkdruk en integrale
tweede correctie op te lossen. Uiteindelijk moet een integrale tweede correctie geen doel op
zichzelf worden, maar moet het gaan om herstel van het vertrouwen in de correctie, waarbij
het erom gaat dat de leerlingen het cijfer krijgen dat hun toekomt.

Wij hopen dat de organisatie van pilots er niet toe leidt dat noodzakelijke maatregelen
opnieuw uitgesteld worden. Dat geldt in ieder geval voor de aanbevelingen in het rapport die
nu al verwezenlijkt kunnen worden: het creëren van meer tijd voor vakken met een grote
correctielast door deze direct aan het begin van de examenperiode te plaatsen, het werken
met meer tweede correctoren in de school, het verbeteren van de toetsconstructies en de
correctievoorschriften. En last but not least: voor het zichtbaar maken en oormerken van de
tweede correctie in de taakbelasting van de betrokken docenten.

Hoogachtend,
Coen Gelinck

Voorzitter Platform Vakinhoudelijke Verenigingen Voortgezet Onderwijs

Namens de vakinhoudelijke verenigingen:
BDD- Drama I&I – Informatica
KNAG – Aardrijkskunde KVLO – Lichamelijke Opvoeding
Levende Talen NBDK – Dans
NVLM – Maatschappijleer NVON – Natuurwetenschappen
NVORWO – Wiskunde/rekenen NVvW – Wiskunde
VCN – Klassieke talen VDLG – Godsdienst en Levensbeschouwing
VDSN – Spaans VECON – Economie, M&O
Vedotech – Techniek VFVO – Filosofie
VGN – Geschiedenis VLS – Muziek
VONKC – Beeldende vakken