Vertrouwen in de Toekomst

In het Regeerakkoord hebben het Lerarenregister en de Curriculum herziening een prominente plek gekregen.
Link naar het regeerakkoord

Onderwijs en onderzoek

Goed onderwijs brengt het beste in mensen naar boven, voorkomt en verkleint achterstanden en helpt talenten zich optimaal te ontwikkelen. Goed onderwijs legt de basis voor een gezonde en succesvolle samenleving. We blijven daarom investeren in het verder verbeteren van ons onderwijs en onderzoek. En in de mensen die erin werken. We geven hen ruimte en verantwoordelijkheid. De voornaamste ambities van dit kabinet liggen in de bestrijding van kansenongelijkheid en de stimulering van talent, goede docenten met een sterke positie, toponderzoek en krachtig beroepsonderwijs.

Kansen en talenten (pag 11)

  • De wettelijke basis voor het verplicht afnemen van een Diagnostische Tussentijdse Toets in het voortgezet onderwijs zal worden geschrapt.
  • Sommige kinderen gedijen het beste in een brede of verlengde brugklas waar de uiteindelijke selectie nog even wordt uitgesteld, andere zijn meer op hun plek in een categorale brugklas. Daarom wil het kabinet dat er voor alle ouders en leerlingen wat te kiezen valt. Scholen krijgen de opdracht om op regionaal niveau een zo dekkend mogelijk aanbod van verschillende typen brugklassen aan te bieden, waarbij categorale scholen samenwerken met scholengemeenschappen voor soepele overgangen van leerlingen.
  • Sommige kinderen zijn gebaat bij een meer geleidelijke overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs. De 10-14-scholen, een samenwerkingsvorm tussen basisscholen en scholen voor voortgezet onderwijs, voorzien in zo’n behoefte. Voor dergelijke vormen van samenwerking komt meer experimentele ruimte.
  • Samen met onderwijzers, leerlingen, ouders, het vervolgonderwijs en het beroepenveld wordt de afgesproken herziening van het onderwijscurriculum doorgezet. Deze wordt in 2019 wettelijk verankerd. Hiermee wordt het funderend onderwijs voor vakken als Nederlands, rekenen en wiskunde meer toekomstbestendig gemaakt en komt er meer aandacht voor digitale geletterdheid en praktische vaardigheden. Ook worden de kerndoelen aangescherpt voor techniek, burgerschap en seksuele diversiteit.
  • We willen het rekenonderwijs versterken en verbeteren. In het kader van de curriculumherziening worden de referentieniveaus tegen het licht gehouden. In het voortgezet onderwijs komt een alternatief voor de rekentoets. Dit alternatief treedt uiterlijk in het schooljaar 2019-2020 in werking en wordt daarmee voor alle leerlingen op alle niveaus een geïntegreerd onderdeel van het examen. In de tussentijd telt de rekentoets niet langer mee in het voortgezet onderwijs. Wel wordt deze afgenomen in het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs tot het alternatief er is. Rekenonderwijs in het mbo wordt beroepsgericht zodra het alternatief voor de rekentoets in het vmbo is ingevoerd.
  • Het kabinet maakt voor leerlingen in het voortgezet onderwijs experimenten mogelijk om meerdere vakken op een hoger niveau af te ronden en daarmee toegang te krijgen tot specifieke vervolgopleidingen, mits zij voldoen aan de selectiecriteria van desbetreffende vervolgopleidingen. Het kabinet zal de gevolgen voor het civiel effect en mogelijk strategisch gedrag monitoren. Daarnaast start het kabinet een onderzoek naar de voor- en nadelen van een brede invoering van diploma’s met vakken op verschillende niveaus in combinatie met invoering van een brede selectie aan de poort bij vervolgopleidingen.
  • Het kabinet zet de ingezette systematiek van passend onderwijs voort. Wel onderzoeken we op welke wijze het leerrecht van kinderen wettelijk kan worden vastgelegd. Ook zal het kabinet, mede met het oog op leerlingen met een ernstig meervoudige handicap, bezien hoe de zorg voor leerlingen binnen een beperkt aantal onderwijsinstellingen met complexere casuïstiek direct uit de middelen voor zorg in onderwijstijd kan worden gefinancierd. De zorg thuis dient daarbij adequaat te blijven. Om ervoor te zorgen dat middelen voor passend onderwijs ook echt in de klas terecht komen, komt er onafhankelijk toezicht op de samenwerkingsverbanden.
  • Beperkt en begaafd, ieder kind verdient onderwijs om zichzelf maximaal te ontplooien, ook als dat extra zorg of ondersteuning vraagt. Het kabinet wil dat ouders en scholen in een gelijkwaardig gesprek een passende aanpak afspreken, daarbij ondersteund door de mogelijkheid van een onderwijsconsulent. Om te voorkomen dat kinderen tussen wal en schip vallen, willen we het aantal thuiszitters fors beperken en verzuim eerder signaleren en aanpakken. Alle samenwerkingsverbanden zullen daartoe een wettelijk verplichte doorzettingsmacht beleggen. · Het budget voor het onderwijsachterstandenbeleid wordt verhoogd met 15 miljoen euro per jaar en de verdeling wordt geactualiseerd. Tegelijkertijd wordt hetzelfde bedrag geïntensiveerd op het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen.
  • Scholen, kinderen en jongeren floreren bij ouderbetrokkenheid. Daarom willen we de samenwerking tussen school en ouders versterken.
  • Om jongeren in staat te stellen een bijdrage te leveren aan onze samenleving wordt de mogelijkheid van een maatschappelijke diensttijd ingevoerd (van maximaal 6 maanden). Deze dienst kan tegen bescheiden vergoeding vrijwillig worden ingevuld door jongeren. Samen met maatschappelijke organisaties, gemeenten en provincies wordt deze maatschappelijke diensttijd opgezet. Maatschappelijke organisaties kunnen ieder jaar bij mede-overheden projecten voorstellen die voor deze diensttijd in aanmerking komen. Belangrijk aandachtspunt hierbij is het zoveel mogelijk ontzorgen van deelnemende organisaties. Voor de maatschappelijke diensttijd is budget beschikbaar dat oploopt tot 100 miljoen euro per jaar.
  • Het vervullen van de maatschappelijke dienst geeft een diplomasupplement als getuigschrift van maatschappelijke betrokkenheid. Bij een sollicitatie naar een functie bij de overheid geldt het diplomasupplement als een pré. Met het bedrijfsleven worden afspraken gemaakt om hetzelfde te doen.
  • Het kabinet zal bezien hoe een meer verplichtende variant van de maatschappelijke diensttijd een rol kan spelen in de verlengde kwalificatieplicht.
  • Het kabinet heeft het voornemen de kwalificatieplicht te verhogen naar 21 jaar. Er worden pilots uitgevoerd in de grote steden.
  • Het kabinet gaat verder met het beleid om laaggeletterdheid terug te dringen. Het budget hiervoor wordt met 5 miljoen per jaar verhoogd.

Een sterke docent (pagina 13)
Om het lerarenregister tot een succes te maken moet het straks van, voor en door de docent zijn. Dit zal voor het kabinet een harde voorwaarde zijn in de verdere uitwerking. Dit biedt een kans om de beroepsgroep te versterken en bekwaamheid mee te laten tellen. Lesontwikkeling, intervisie en evaluatie van lessen krijgen ook erkenning in het lerarenregister. Dat draagt bij aan de kwaliteit van onderwijs.