Vereniging Filosofiedocenten in het Voortgezet Onderwijs
Waarom ons onderwijs filosofie nodig heeft
Wat de toekomst ons gaat brengen weet niemand. Hype na hype duikt op in het onderwijs om leerlingen op die onzekere toekomst voor te bereiden: 21st century skills, Bildung, gepersonaliseerd leren, de Ipad-school. Wat deze initiatieven gemeen hebben is de nadruk op kritisch denken, persoonsvorming, probleemoplossend denken. Wat ze ook delen: een afkeer van het traditionele stampen van rijtjes, multiple-choice toetsen en teaching to the test. Het rapport OnsOnderwijs2032 uit 2016 past in deze trend, met als kernpunten meer nadruk op persoonlijke vorming en burgerschap, nieuwsgierigheid en creativiteit prikkelen, omgaan met vrijheid en verantwoordelijkheid.
We kunnen proberen deze doelen te realiseren met nieuwe vakken, nieuwe technologie of zelfs met hele nieuwe soorten scholen. Maar we kunnen ook een heel oud vak laten floreren dat zijn sporen op al deze gebieden al lang verdiend heeft. Dat vak is filosofie.
In tegenstelling tot omringende landen als Frankrijk en Duitsland, is dit vak in Nederland in het voortgezet onderwijs nog relatief klein. Ook al is het de laatste twintig jaar flink gegroeid tot een volwaardig examenvak op havo en vwo, toch doet nog maar 10% van de vwo-leerlingen eindeindexamen in filosofie, nog minder op de havo en op het vmbo is het helemaal afwezig.
Dat is een gemis, want ons onderwijs heeft filosofie hard nodig. Filosofie is bij uitstek een vak dat door de grondige training van denkvaardigheden, zoals redeneren, argumenteren, analyseren en vooronderstellingen blootleggen, leerlingen uitdaagt, vragen stelt die bij andere vakken niet gesteld worden en nieuwe perspectieven laat zien.
Bij het vak filosofie gaat het namelijk niet alleen om leren wat andere filosofen bedacht hebben, maar vooral ook om zelfstandig te leren denken en dit toe te passen op maatschappelijk problemen. Dat maakt filosofie anders dan het zoveelste vak met allerlei kennisinhouden erbij. Het ontwikkelt niet alleen de cognitieve vermogens van leerlingen, maar ook de affectieve vermogens en de morele – en persoonsontwikkeling. Als leerlingen het gevoel krijgen meer te begrijpen van zichzelf en de wereld om hen heen, en leren hun gedachten beter te ordenen en te verwoorden, heeft dat positieve invloed op hun identiteitsontwikkeling, mogelijkheden tot zelfontplooiing en zelfvertrouwen.
Toch zijn niet alleen de vaardigheden van belang die door het vak filosofie ontwikkeld worden. Om dit denken te trainen is een gezamenlijk kennis- en begrippenkader nodig. Binnen het curriculum van het vak worden de hoogtepunten van de Westerse wijsbegeerte voor leerlingen begrijpelijk gemaakt vanuit de disciplines Ethiek, Sociale filosofie, Wijsgerige Antropologie, Kennistheorie en Wetenschapsfilosofie. Daarmee wordt een schat aan ideeëngeschiedenis toegankelijk gemaakt, van grote waarde om onze cultuur te leren begrijpen en inzicht te bieden in dwarsverbanden met andere vakken.
Dat maakt dat filosofie volgens ons een vak is waar elke leerling in het voortgezet onderwijs mee in aanraking zou moeten komen, en dat dus elke school zou moeten aanbieden. Omdat het er op school niet alleen om gaat om leerlingen af te leveren die gekwalificeerd zijn voor het vervolgonderwijs, maar omdat het er vooral om gaat om leerlingen hun eigen talenten te laten ontwikkelen, om ze aan het denken te zetten, om ze verschillende perspectieven op de werkelijkheid te bieden, zodat ze goed beargumenteerd keuzes kunnen maken. Zo kan de nieuwe generatie geïntroduceerd worden in dat wat de filosofie te bieden heeft, om daar mee te gaan doen wat de samenleving in de toekomst nodig zal hebben. Wat dat is, kunnen we niet voorzien. Maar we weten wel dat zelfstandig en gestructureerd denken daarvoor noodzakelijk is. En dat leer je bij filosofie.